Gent, speelveld van de beeldende kunst (1957-1987)
 
Interview
met Mi van Landuyt
door Godart Bakkers & Naninga Lens 2022
 

Godart Bakkers & Naninga Lens

Balder en u maakten allerhande wenskaarten. Voor wie waren ze bestemd?

Mi van Landuyt

We verzonden zowel kaarten aan bevriende kunstenaars als aan klanten van onze zeefdrukkerij MB Graphics. De kaarten werden door mij ontworpen en door Balder gedrukt op 23 exemplaren. De oplage was steeds dezelfde, maar we gebruikten soms twee verschillende papiersoorten. Zodra we de kaarten begonnen te zeefdrukken en te versturen, ontvingen we zelf ook heel wat kaarten.

G.B./N.L.

Vandaag staat u in voor de ontwerpen. Hoe komt u tot een vorm of thematiek?

M.v.L.

Ik vertrek steeds vanuit datgene waar ik op dat moment mee bezig ben. Soms gebruik ik hetzelfde formaat of recycleer ik een element dat geschikt lijkt voor een wenskaart. Voor mij hoeven er heus geen engeltjes of kerstbomen op de kaarten te staan.

G.B./N.L.

Jullie drukten niet alleen eigen kaarten, maar ook voor schilder Jan Burssens [1925-2002]. Wanneer kregen jullie deze vraag?

M.v.L.

Jan woonde in Merendree hier niet ver van en passeerde vaak bij ons. Aanvankelijk verstuurde hij originele werkjes. Hij werkte dikwijls samen aan tekeningen met zijn echtgenote Hilde [‘Boy’ Haerden]. Als hij een grotere oplage wou, kwam hij tot bij ons. Toen hij ouder werd, liet hij al zijn wenskaarten door ons drukken.

G.B./N.L.

Hoe maakten jullie kennis?

M.v.L.

Balder en ik leerden Jan kennen toen we nog in Gent woonden. Wij hadden een appartement op de Ajuinlei, hij in de Drabstraat, vlakbij het Museum voor Sierkunst [het huidige Design Museum]. Het artistieke wereldje in Gent was niet groot. Kunstenaars bezochten dezelfde exposities en liepen elkaar voortdurend tegen het lijf in de Mokabon, een populair koffiehuis in de Donkersteeg. Als ik Balder zocht, wist ik dat hij daar zat. Nog tot in 1976, een jaar nadat we naar Landegem waren verhuisd, kon je hem er dagelijks vinden.

G.B./N.L.

U hebt ook heel wat originele kaarten van kunstenaar en jazzbassist Paul Van Gysegem [1935]. Leerde u hem kennen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten [KASK] waar u in de jaren zestig Keramiek studeerde en waar Paul Van Gysegem Tekenen doceerde?

M.v.L.

We kwamen elkaar tegen in de academie, in het Gentse uitgaansleven en bij zijn optredens. We waren al kennissen voordat ik Balder leerde kennen in december 1966. Ik gaf toen plastische opvoeding [etalage en zeefdruk] in een technische school in Wetteren en haastte me naar een optreden van Paul in Trefpunt, het café van kunstenaar-muzikant Walter De Buck, gelegen aan Sint-Jacobs. Ik had er mijn eerste afspraakje met Balder en liet hem nadien nooit meer los!

G.B./N.L.

U hebt ook kaarten van kunstenaars als Roger Raveel [1921-2013], Pjeroo Roobjee [1945] en Amédée Cortier [1921-1976]. Was u ook met hen bevriend?

M.v.L.

In 1967 brachten we een hommage aan Roger Raveel met ons kunstenaarscollectief Nieuwe Rococo [Balder, Leo Copers, Norbert Deseyn, Arnold Goes, Frank Liefooghe, André Naessens, Frank Van den Berghe, Mi van Landuyt, Jacques Verstraeten en Anne-Marie Wierinck]. We meenden dat zijn werk te weinig aandacht kreeg. Aangezien we niet over de financiële middelen beschikten om echt iets te ondernemen, besloten we een muurtje te beschilderen. Terwijl we hiermee bezig waren, brachten voorbijgangers ons spontaan verf. Het werk werd almaar groter. Blijkbaar waren we niet de enigen die Raveel een warm hart toedroegen! Het was de eerste actie die we met de Nieuwe Rococo ondernamen en het was meteen ook het begin van onze vriendschap met Raveel. Het contact werd intenser toen hij ontdekte dat we zeefdrukken maakten die kwalitatief evenwaardig waren aan de prints die hij liet maken in Amsterdam. Hij kwam naar ons en bracht zijn echtgenote Zulma [De Nijs] mee. Het was gemakkelijker én gezelliger dan in Nederland. Pjeroo leerden we kennen toen we met een deel van de Nieuwe Rococo koten en een atelier betrokken in de Brugsepoortstraat 23. Het atelier bevond zich in de benedenruimte van het pand dat dienst had gedaan als winkelruimte. Toen het gebouw zou gesloopt worden, moesten we op zoek gaan naar een nieuwe locatie. In 1968 verhuisden we naar Ajuinlei 19, waar Pjeroo tot dan gewoond had. Hij had zijn oog laten vallen op een pand aan de Coupure. Met de camionette van mijn vader brachten we op één dag alle spullen van Pjeroo naar de Coupure en de onze naar de Ajuinlei. Nadien kwam hij vaak op bezoek in ons appartement. Terwijl de mannen een kaartje legden, zaten de vrouwen te breien. Ook Amédée werd een goede vriend toen we op de Ajuinlei woonden. Vanop ons balkon hadden we een goed zicht op de straat. We zagen hem regelmatig passeren. Hij keek dan voorzichtig of we thuis waren. We verwelkomden hem graag en spraken dan over kunst, iets wat hij thuis niet kon en waar hij nood aan scheen te hebben.

G.B./N.L.

Zijn er vriendschappen en correspondenties die de tand des tijds hebben doorstaan?

M.v.L.

Sommige vrienden, zoals Leo Copers [1947], zie ik nog meermaals per jaar. Hij is een goede vriend, iemand waar je op kan bouwen. Uiteraard stuur je dan een wenskaart! Ook Pjeroo is een trouwe kameraad, al is het moeilijker om elkaar nog te zien nu we ons minder verplaatsen.

G.B./N.L.

U hebt ontzettend veel kaarten bewaard. Hebben de wenskaarten van de kunstenaars een bepaalde betekenis voor u?

M.v.L.

Ik vind het mooie werken, en als iemand je een zelfgemaakte ets of tekening schenkt, dan gooi je die toch niet weg?

G.B./N.L.

En als je ze niet aantrekkelijk vindt?

M.v.L.

Ik bewaar alle kaarten, tekeningen en souvenirs die ik krijg. Ook als het niet beantwoordt aan mijn smaak, kan het een goed werk zijn.

G.B./N.L.

Waren jullie fanatieke kerstvierders?

M.v.L.

Maar nee, ik kan vergeten dat het kerstdag is.

Door de jaren heen verzond en ontving het Gentse kunstenaarskoppel Mi van Landuyt [1939] en Boudewijn ‘Balder’ Van Hoecke [1945-2014] tal van kerst- en nieuwjaarskaarten. Met wensen van de hand van kunstenaars als Jan Burssens, Leo Copers, Amédée Cortier, Werner Cuvelier, Hugo De Clercq, Roger Raveel, Pjeroo Roobjee en Paul Van Gysegem omvat de kleurrijke collectie niet alleen een reeks persoonlijke geschiedenissen, maar is ze tevens de getuige van een omvangrijk artistiek netwerk in het bruisende Gent van de jaren 1957-1987. Het interview werd opgenomen in Landegem op 5 december 2022, in het kader van Het brievenproject.

Met dank aan: Mi van Landuyt en Koen Brams.

 
Interview
met Denise Winteroy
door Koen Brams
2016
 
Interview
met Georges Bovsovers
door Koen Brams
2018
 
Interview
met Hilda Ide
door Koen Brams
2018
 
Interview
met Rik Lemaitre
door Koen Brams
2015
 
Interview
met Roger Matthys
door Koen Brams & Dirk Pültau
2014
 
Interview
met Dan Van Severen
door Koen Brams & Dirk Pültau
2006
 
Interview
met Mi van Landuyt
door Godart Bakkers & Naninga Lens
2022
 
Interview
met Paul Van Gysegem & Karin De Vriendt
door Godart Bakkers & Wouter De Vleeschouwer
2022
 
Interview
met Paul Van Gysegem
door Koen Brams & Phyllis Dierick
 
Interview
met Marc De Cock
door Koen Brams & Dirk Pültau
 
Interview
met Philippe Van Snick
door Koen Brams & Dirk Pültau
 
Interview
met Wim Delvoye
door Koen Brams & Dirk Pültau