Op 12 januari 1959 laat de gouverneur van Oost-Vlaanderen, Albert Mariën (1896-1964), in een kort bericht aan Peter Dietrich weten dat het provinciebestuur heeft beslist geen toelage toe te kennen aan Het Antenneke, een literair en artistiek kwartaaltijdschrift dat werd opgericht in mei 1954. In juni 1959 verschijnt het twintigste en laatste nummer. Tevens wordt de gelijknamige kunstgroep ontbonden, die zich van bij het begin rond het tijdschrift had geschaard. Dit laatste wordt op 15 september 1959 in de Gentse socialistische krant Vooruit gemeld door Jos Murez (1927-1996), redacteur bij Vooruit en een van de oprichters van Het Antenneke (samen met Marcel De Rycke (1924-1983)). Ligt de beslissing van het provinciebestuur, en het daaruit voortvloeiende tekort aan financiële middelen, aan de basis van deze stopzetting, of is er meer aan de hand?
Het Antenneke wordt vanaf het derde nummer (maart 1955) bestierd door Jos Murez, Peter Dietrich (pseudoniem van Roger Windels) en schilder Richard Foncke (1920-2005). Foncke, later vooral bekend als houder van een galerie onder zijn eigen naam, is naast redacteur ook voorzitter van de kunstgroep Het Antenneke. Dit collectief van jonge schilders en beeldhouwers (en later ook musici) organiseert geregeld debatten over kunst, concerten, maar vooral presentaties van jonge (voornamelijk) Gentse kunstenaars en enkele groots opgezette groepsexposities. Zo vindt er in de tweede helft van januari 1958 een grote manifestatie plaats van de leden van Het Antenneke in de ruimte van de Kunst- en Letterenkring (Recollettenlei 3).
In een anoniem verslag (d.d. 1 januari 1958) worden de verschillende gebeurtenissen uiteengezet die aan deze expositie voorafgaan. Verwezen wordt naar de breuklijnen die zich in de groep aftekenen na een debat over abstracte kunst, dat op 8 januari 1957 plaatsvindt in Café Royal (Theaterstraat). Daarna stuit de inrichting van een vernieuwde jury, die kersverse leden moet aanvaarden, tijdens de algemene vergadering op 8 oktober 1957 op fel protest van enkele aanwezigen. Tijdens de beoordeling van de ingezonden werken op de vergadering later dat jaar gaat het helemaal fout: tot grote onvrede van de aanwezige leden worden te weinig werken door de jury geselecteerd. Na enkele hevige discussies tijdens een spoedvergadering (d.d. 30 december 1957) wordt uiteindelijk een consensus over de keuze van de werken bereikt en kan de manifestatie alsnog doorgaan, maar de initiële jury (waartoe ook de redactie van het tijdschrift behoort) heeft op pijnlijke wijze gezichtsverlies geleden.
In de nasleep van voorgaande gebeurtenissen, nodigt Richard Foncke, die samen met zijn collega’s in de klappen had gedeeld, zes kunstenaars uit voor deelname aan de volgende jaarlijkse groepsmanifestatie, met name Jan Burssens, Octave Landuyt, Jozef Mees, Roger Raveel, Paul Van Gysegem én zichzelf. Voor Murez druist deze zet in tegen het initiële doel van Het Antenneke, namelijk het promoten van jonge en onbekende kunstenaars. Als antwoord op zijn ongenoegen ontvangt Murez per aangetekende brief prompt zijn ontslag van het duo Foncke-Dietrich, waarna hij op zijn beurt een stemming vraagt bij de leden van Het Antenneke tijdens de maandvergadering op 9 december 1958. Murez komt afgetekend als winnaar uit de bus, maar staat er vanaf dan alleen voor: Dietrich en Foncke nemen ontslag. Hij staat vanaf dat moment alleen in voor het redactiebeheer. In het achttiende nummer (december 1958) geeft Murez hierover tekst en uitleg in zijn tekst Kritiek der feiten en der fouten.
Wanneer de gouverneur van Oost-Vlaanderen op 12 januari 1959 een brief stuurt naar Het Antenneke, is Dietrich geen lid meer van de redactie. Het is maar de vraag of Murez deze brief ook heeft gelezen. Wel staat vast dat nog enkele tentoonstellingen worden georganiseerd in het kunstenaarscafé Taverne Antonio (Borluutstraat 33), uitgebaat door schilder-beeldhouwer en lid Bert De Clerck (1912-1989). Tot een groepsmanifestatie van Het Antenneke komt het niet meer. Foncke, Burssens, Mees, Raveel, Landuyt en Van Gysegem stellen wel alsnog samen tentoon, in het Museum Arnold Vander Haeghen (Veldstraat 62) in februari 1959.
Tenslotte, amper enkele maanden na de stopzetting van Het Antenneke, verschijnt een nieuw tijdschrift in Gent, Het 5e Wiel, opgericht door… Richard Foncke. Ook Dietrich is een vast medewerker van dit tijdschrift.
Met dank aan: Koen Brams, Enid Stassyns, Jackie tange, Timothy Minjauw en St. John Gent.