4 maart 1983: in de Gele Zaal in Gent houdt kunstcriticus Flor Bex een toespraak tijdens de vernissage van de groepstentoonstelling 7 x aktuele kunst. Zeven jonge kunstenaars “die een nieuwe houding aannemen tegenover het produceren van kunst” laten recent en nieuw werk zien: Joris Ghekiere (°1955), Sigefride Hautman (°1955), Freek Hulstaert (°1954), Marc Maet (°1955), Piet Moerman (°1955), Siegfried Van Malderen (°1944) en Philippe Vandenberghe (°1955, hij bezigde pas later de naam Vandenberg).
De tentoonstelling is de eerste in een reeks projecten waarmee de Gele Zaal de actuele kunst wil promoten. Ze vindt plaats in de refter van de Vlaamse verzekeringsmaatschappij De Noordstar en Boerhaave (Nonnemeerstraat 26), die een geel metalen sheddak heeft — vandaar de naam: Gele Zaal. Joos Claus van de Noordstarfonds vzw (de stichting die instaat voor het culturele programma van de verzekeringsmaatschappij), Daan Rau van Amarant vzw en Marc De Cock van de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst selecteren de kunstenaars. Een eerste shortlist van mogelijke deelnemers gaat grotendeels terug op twee tentoonstellingen die in 1982 elders in België plaatshadden en die er ook op gericht waren om het werk van beginnende kunstenaars te promoten: De Magie van het Beeld in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en Actuele Beelding in het Internationaal Cultureel Centrum (I.C.C.) te Antwerpen.
Na een reeks studiobezoeken in Gent en Antwerpen in januari 1983, beslissen Claus, De Cock en Rau “op basis van subjectieve criteria” — die verder nergens uitgelegd worden — om bijdragen van één vrouwelijke en zes mannelijke kunstenaars te laten zien. Het werk van Sigefride Hautman is ook het enige dat driedimensioneel is: naast de vier Man in the Moon-werken die al te zien waren in 1982 in De Magie van het Beeld en in de groepstentoonstelling Het Picturaal Verlangen in de galerie Isy Brachot te Brussel, presenteert ze Geïnstitutionaliseerde waardigheid: een gloednieuw monumentaal werk in hout, polyester en leder dat ze vervaardigde met de hulp van haar moeder in een stal bij het huis van haar grootouders in Bornem, haar geboortedorp.
De tentoonstelling krijgt aandacht in de nationale Nederlandstalige pers maar de reacties blijken nogal lauwtjes. De journalist van De Standaard schrijft dat het aantal werken per kunstenaar te beperkt is om hun productie degelijk te evalueren (26 & 27 maart 1983), terwijl Jean Ranson in De Morgen“zonder leedvermaak” besluit dat “het resultaat pover” is (13 maart 1983).
11 maart 1983: tijdens zijn bezoek aan 7 x aktuele kunst informeert architect/kunstenaar René Heyvaert (1929-1984) naar de prijs van Geïnstitutionaliseerde waardigheid. In de Gele Zaal ligt een prijslijst, maar gezien de vzw geen commerciële doeleinden heeft, wordt het telefoonnummer van de kunstenaar aan de potentiële koper doorgegeven. Naast het ruilen van een werk zal Heyvaert een bedrag betalen voor het werk van Hautman. Voor de ruil gaat Hautman in Scheldewindeke een werk van Heyvaert uit 1980 kiezen: een houten plank met een uitgespaarde zigzag in het midden.
De transactie tussen Heyvaert en de jonge kunstenaar is des te meer betekenisvol daar hij in een brief aan Annie Van Biervliet op 31 januari 1983 schrijft: “Al sedert altijd verkoopt mijn werk zeer moeilijk. Het is een grote uitzondering dat ik eens iets verkoop. Laten we gemakkelijkheidshalve maar zeggen: ik verkoop nooit iets. Een kunstenaar moet zijn werk verkopen”.1 Na de deal zal Heyvaert een zestal zelfgemaakte kaarten naar Sigefride Hautman (en Narcisse Tordoir) sturen.2 Het kaartje dat gedateerd is op 20 oktober 1983, wordt verstuurd vanuit het huis van zijn broer Marc in Les Eyzies (Frankrijk).
De werken van Heyvaert bevinden zich tot op de dag van vandaag in perfecte staat in het Antwerpse huis van het koppel. Hetzelfde kan helaas niet gesteld worden over Geïnstitutionaliseerde waardigheid. De lederen figuren zijn verwoest in een brand. Alleen de polyester arend is bewaard gebleven, zij het beschadigd. Het object is opgeslagen in de schuur van Marc Heyvaert in Les Eyzies.3
1. Nico Dockx, Lieve Laporte, Jan Mast, René Heyvaert, Ludion, 2006, p. 312.
2. Anne Heyvaert & Lodovico Corsini, René Heyvaert. Mail Art 1964-1984,Triangle Books, 2018, n° 94, 97, 98.
3. Deze informatie werd verstrekt door de familie Heyvaert.
Met dank aan: Sigefride Bruna Hautman, Daan Rau, Joos Claus, Liberas (Peter Laroy, Bruno Van Verdeghem en hun collega’s), Olivier Vandervliet (Triangle Books), Koen Brams en Valerie Verhack.