Op 18 januari 1982 bevestigt de 26-jarige Gentse kunstenaar Ann Decaestecker (°1955) per brief haar deelname aan de tentoonstelling Jonge kunstenaars uit het Gentse. De expositie vindt plaats in de Campo Santo-kapel (Sint-Amandsberg) en het museum Dhondt-Dhaenens (Deurle), respectievelijk van 7 tot 30 mei (als onderdeel van de Negenmeimarkt) en van 19 mei tot 3 juli 1982. Het initiatief gaat uit van het Cultureel Comité Sint-Amandsberg, onder leiding van Noël Ramon, algemeen voorzitter, en Walter De Wilde, voorzitter van de uitvoeringscommissie van de tentoonstellingen.
Als antwoord op de kritiek dat het comité te weinig aandacht schenkt aan jongeren hoopt men met de tentoonstelling een breed en transparant beeld te geven van wat leeft bij een nieuwe generatie Gentse kunstenaars. Het Cultureel Comité Sint-Amandsberg stelt daartoe een adviescommissie samen waarin naast eigen leden ook afgevaardigden zetelen van het Museum Dhondt-Dhaenens, de dienst Culturele Animatie (Gent), galeriehouders (ADG, Siegfried De Buck, De Witte Lente, Kunstforum en Richard Foncke) en enkele vertegenwoordigers uit de sector (Georgette Caese en Norbert Poulain, Marc De Cock, Fons De Vogelaere, M. Rossie en Marc Vanslembrouck). De volgende selectiecriteria worden afgesproken: de deelnemers dienen geboren te zijn na 1945, afkomstig te zijn uit de regio Gent, reeds enige tijd actief te zijn als kunstenaar en over recent werk te beschikken. In aanloop naar de finale selectie wordt besloten om kunstenaars uit te sluiten die nog studeren of pas afgestudeerd zijn. Verder wenst de commissie voorkeur te verlenen aan minder bekende artiesten en streeft ze een diversiteit na wat betreft kunstopvattingen en technieken.
De dertig geselecteerde exposanten maken inderdaad gebruik van uiteenlopende technieken, maar de criteria ‘jong’ en ‘Gents’ worden ruim geïnterpreteerd: drie deelnemers zijn geboren in 1945 en sommige participanten hebben het levenslicht gezien in onder meer Antwerpen, Hasselt, Kortrijk en Oostende. Meerdere kunstenaars zijn bovendien verbonden aan de vernoemde galeries. Marc Vanslembrouck is tenslotte niet alleen commissielid, hij is ook exposant, net als zijn toenmalige partner, Della Calberson.
Ann Decaestecker, aanvankelijk voorgedragen om te zetelen in de adviescommissie, suggereert de commissie om werk op te nemen van haar vriend Willy Van Sompel (°1948). Decaestecker leerde Van Sompel kennen in 1975 als theateragent voor de Gentse mimespeler Frederik Van Melle, bij wie ze les volgde. Van Sompel, voornamelijk actief in de film- en theaterwereld, is als beeldend kunstenaar relatief nieuw in het veld. Hij is ook autodidact. Samen met Decaestecker exposeerde hij het jaar voordien bij Anny De Gryse (ADG) in de Jacobijnenstraat, samen met de Franse beeldhouwer Jean-Pierre Clémençon. De adviescommissie reageert positief op Decaesteckers voorstel. In de expo in Museum Dhondt-Dhaenens presenteert Willy Van Sompel De noodlottige vlucht naar Cayenne, een grote schilderij op karton. Decaestecker van haar kant toont drie kleine werken op paneel (After Berlin, After New-York en Zonder titel).
Hoewel Jonge kunstenaars uit het Gentse financieel en logistiek ondersteund wordt door het Gentse stadsbestuur en ondanks de oprichting van een beschermcomité, ontbreekt het de organisatoren aan middelen om het project tot een goed einde te brengen. Er wordt bijvoorbeeld besloten om te besparen op drukwerk. De pers schuwt de kritiek op de gemaakte keuzes geenszins. De accrochage wordt afgedaan als slordig en amateuristisch. Ondanks de appreciatie voor bepaalde bijdragen, wordt het geheel bestempeld als vrijblijvend en onbetekenend. De Streekkrant van 12 mei 1982 bericht: “In het geboden spektakel zal men vruchteloos naar originaliteit zoeken. […] Van innerlijke scheppingsdrang of ideëendrift kan bezwaarlijk gesproken worden, evenmin van een streven naar technische perfectie.”
De beslissing om Philippe Vandenbergs Studie voor kruisiging nr. 4 aan het altaar in de kapel te plaatsen wordt als sentimenteel en goedkoop afgedaan.
Niettegenstaande de beperkte middelen voor communicatie en de kritische receptie, klokt de organisatie met 4.045 bezoekers tevreden af.
Ook voor Van Sompel is het bilan positief. Zijn deelname blijkt het startschot voor een even steile als korte carrière als beeldend kunstenaar.
Met dank aan: Godart Bakkers, Koen Brams, Leo Copers, Ann Decaestecker, Documentatiecentrum voor Streekgeschiedenis Dr. Maurits Gysseling (DSMG), Kiki Van Dyck, Emiel Hoorne, Dirk Pültau, Willy Van Sompel en Walter De Wilde