In de lente van 1957 koestert de negentienjarige Wichelse dichter Werner Verstraeten (1937-1986) zeer ambitieuze plannen. Nadat hij zijn studies Latijn-Grieks bij de paters Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria in Waregem na het eerste trimester van het laatste jaar heeft stopgezet, wil hij als letterkundige en kunstpromotor aan de slag gaan. Hij werkt aan een poëziebundel, Zeventien hutten, die in mei ’57 van de persen van de Wetterse drukker Leo Drieghe zal rollen. Hij wil tevens een club oprichten, die hij de roepnaam LYMPH geeft. Tenslotte wil hij ook een festival opzetten in het Casino, een etablissement — eigendom van Brouwerij Van Roy (Wieze) — dat gelegen is bij het meer in Overmere-Donk.
Om beide ondernemingen — vereniging en festival — te doen slagen, legt hij niet alleen contact met leeftijdgenoten (onder wie de Belgische dichters Claude Corban, Roland Jooris, Paul Snoek en de Nederlandse auteur Cornelis Bastiaan Vaandrager) maar ook met kunstenaars en schrijvers, die reeds een stevige reputatie hebben, onder wie de letterkundigen Louis Paul Boon, Maurice D’Haese en Jan Walravens. Na bemiddeling van deze laatste vindt Verstraeten een bondgenoot in diens vriend, de Dendermondse onderwijzer en schrijver Adolf Merckx (1927-2009). De dichter en de leerkracht vinden in café ‘t Zaaltje, gelegen aan de Gentsesteenweg in Dendermonde, een geschikte locatie om op 21 juli 1957 met hun genootschap van start te gaan. De vereniging krijgt de naam Celbeton. Een groepstentoonstelling waaraan onder meer Camiel Van Breedam, Inez Vandeghinste en Paul Van Gysegem deelnemen, is de eerste in een lange rij van multidisciplinaire projecten.
De organisatie van het festival verloopt een stuk moeizamer. De plannen om een tentoonstelling en een reeks poëzie- en prozavoorlezingen door Belgische en Nederlandse auteurs te laten plaatsvinden in het Casino van 14 tot en met 16 augustus 1957 kunnen om nog onbekende redenen niet worden verwezenlijkt. Nadien wordt overwogen om het festival in het café van Celbeton en elders in Dendermonde te laten plaatsvinden op 24, 25 en 26 december 1957. Ook dit opzet wordt niet uitgevoerd, vermoedelijk omdat Werner Verstraeten Dendermonde in het algemeen en Celbeton in het bijzonder de rug toekeert na een algemene ledenvergadering (d.d. 5 oktober 1957) waarin besloten wordt dat voor hem enkel nog een rol is weggelegd als adviseur inzake literatuur.
Op 1 september 1957 schrijft Verstraeten vanuit Wichelen een lange brief aan zijn vriend, tekenaar, schilder en beeldhouwer Paul Van Gysegem (1935). De dichter en de beeldend kunstenaar, die streekgenoten zijn, kennen elkaar dan reeds een tijdje. Ze treffen elkaar onder meer bij Leo Drieghe en in Kwartet, het galerietje dat in het najaar van 1956 is opgericht door Wetteraar Roland Jooris (1936). Paul Van Gysegem, die zich na zijn studies aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (Gent) in de Arteveldestad heeft gesetteld, fungeert voor Verstraeten niet alleen als inspirator maar ook als klankbord en vertrouweling, zelfs als het gaat om de literaire productie van diens broer, Marc Van Gysegem (1939-2016). De ‘problemen’ waarover hij het in de eerste alinea van zijn brief heeft, betreffen familiale spanningen omtrent Werners keuze om zijn opleiding tot priester stop te zetten en letterkundige te worden. Nadat zijn ouders het manuscript van een roman hebben aangetroffen, besluiten zij het in de fik te steken. Als oudste in een gezin met dertien kinderen zal Verstraeten niet veel later beslissen om het ouderlijke huis te verlaten. Hij verkast eerst naar Gent, waar hij korte tijd samenwoont met beeldend kunstenaar Raf Opstaele (1934-2018), die eveneens bevriend is met Paul Van Gysegem. Eerst overweegt Verstraeten om studies bibliotheekwetenschappen aan te vatten, nadien komt hij in de verleiding om filmregie te gaan studeren in Brussel. Van beide voornemens komt niets in huis. De dichter zal zijn verloofde, beeldend kunstenaar Inez Vandeghinste (1935-2015), naar Leuven volgen nadat zij een job heeft aangeboden gekregen als lerares tekenen aan het plaatselijke lyceum.
Over het programma van Celbeton komen we in de brief te weten dat Jan Burssens samen met de Dendermondse schilder Stephan Gorus in augustus en september exposeert in het clublokaal. Burssens heeft zelfs een werk aan de man gebracht. Voorts kondigt Verstraeten aan dat het interieur van het café onder handen zal worden genomen en dat Raf Opstaele hierbij een rol zal spelen. Hij vermeldt ook allerlei activiteiten, waaronder een avond die zal worden ingericht door de redactie van het tijdschrift Gard Sivik, een lezing van dichter-architect Albert Bontridder en een expositie van de Nederlandse kunstenaars Jan G. Elburg, Lucebert en Gerrit (?) Noordzij. Het café zal inderdaad worden verbouwd maar naar andere plannen dan die van Verstraeten en Opstaele. De overige vermelde activiteiten blijven dode letter.
Verstraetens brief staat verder in het teken van het jongerenfestival waarover hij op 1 september 1957 nog steeds denkt dat het zal plaatsvinden in Dendermonde. Enige tijd later zal Paul Van Gysegem een andere locatie voor het treffen van beeldende kunstenaars en letterkundigen weten te vinden: het Lakenmetershuis in Gent. Het evenement, waaraan Van Gysegem ook inhoudelijk bijdraagt, krijgt de titel Manifest-Tijd-Jongeren. Eind december 1957 exposeren in de ruimte van het Willemsfonds, het culturele bolwerk van de Gentse liberalen, de beeldende kunstenaars Roger Bonduel, Walter De Buck, Anton Krüll, Octave Landuyt, Paul Van Gysegem, Inez Vandeghinste en de architecten Walter De Troch en André De Rudder (die later bekendheid zal krijgen als Pim De Rudder en de drijvende kracht zal worden achter galerie Margaretha de Boevé in Assenede). Op 21 december 1957 is het Lakenmetershuis het podium voor de dichters Claude Corban, Gust Gils, Willy Roggeman, Jan Sara, Hans Sleutelaar, Cornelis Bastiaan Vaandrager, Werner Verstraeten en Chris Yperman. De dag nadien staat in het teken van proza met voordrachten door Maurice D’Haese, Heere Heeresma, Raf Opstaele, Jan Sara, Cornelis Bastiaan Vaandrager, Irène Van Kerckhoven en Werner Verstraeten.
Voor Manifest-Tijd-Jongeren worden kosten noch moeite gespaard. Volledig conform de chaotische geest van Werner Verstraeten omvatten zowel de uitnodiging als de affiche en zelfs het perscommuniqué telkens andere informatie over de manifestatie.
Met dank aan: Simon Delobel, Barnabas De Rudder, Karin De Vriendt, Phyllis Dierick en Paul Van Gysegem.