Op 12 februari 1986 belanden twee enveloppen in de brievenbus van kunstenaar Marc Goethals (°1956), die in de Parklaan te Gent woont. In een blauwe enveloppe, gemarkeerd met het rode Romeinse cijfer I, zit een handgeschreven brief. In een groot, verstevigd pakket zitten drie dunne boekjes: een ‘wereldzakatlas’, een exemplaar van het tijdschrift Natuur en techniek en een reclamefolder voor tuin- en vrijetijdsartikelen. Op de kaften van de boekjes is eveneens een Romeins cijfer aangebracht, respectievelijk II, III en IV. Bij het openslaan wordt echter duidelijk dat het om zelf samengestelde publicaties gaat: bestaande kaften zijn geniet rond handgeschreven teksten (in II en IV) of een typoscript (in III). Op de eerste pagina van elke bundel staat ook de hoofdletter van een wiskundige vergelijking. II staat voor X, III voor Y en IV voor de vergelijking zelf (X=Y). De afzender van de brief en de opmerkelijke uitgaven is kunstenaar Patrick Van Caeckenbergh (°1960), die op dat moment in het huis naast dan van Goethals woont. Op onnavolgbare wijze — via de zogenaamde wiskundige vergelijking — breit Van Caeckenbergh in de brief en in de teksten statements en ideeën aan elkaar.
Patrick Van Caeckenbergh bezorgt de poststukken na een gesprek met Marc Goethals tijdens de vernissage van diens allereerste solotentoonstelling op 31 januari 1986. De expositie vindt plaats in ‘Galerij Gabbro’, een kunstgalerie die enkele maanden eerder haar intrek heeft genomen in een oud magazijn aan de achterzijde van de winkel van antiekhandelaar Jacky Thomas aan Sint-Jacobs 12. De galerie is opgericht door Noel Cornelis (°1953), een oud-student van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent, en zijn echtgenote An Jonckheere (°1956), oud-studente van Sint-Lucas Gent, waar ze haar opleiding heeft aangevat in hetzelfde jaar als Goethals. Het gaat om een hoge ruimte, die twee verdiepingen omvat, verbonden door een metalen wenteltrap. Opvallend is een steen die verwerkt zit in de betonnen vloer. Het doet de galeriehouders denken aan het stollingsgesteente gabbro, vandaar de naam van de zaak. De galerie opent haar deuren in september 1985 met een expositie van schilderijen en tekeningen van Carlos Cornelis, de oudere broer van Noel en een oud-leerling van Roger Raveel. Nadien volgen tentoonstellingen van Ignace De Vos (oktober 1985) en Hugo Debaere (december 1985). Daarna komt Marc Goethals aan de beurt (31 januari-1 maart 1986). Verspreid over de twee verdiepingen hangen een ruim aantal werken op klein formaat, allen vervaardigd tussen 1984 en 1986, die de kunstenaar afzonderlijk of in ensembles presenteert. De tentoonstelling wordt lokaal goed onthaald en een tweetal werken worden verkocht. Ook galerie Gabbro verwerft op korte termijn een zekere bekendheid, maar toch is ze geen lang leven beschoren: na een tentoonstelling van Klaas D’hondt (maart 1986) en opnieuw Carlos Cornelis in de zomer van 1986, worden de activiteiten definitief gestaakt omwille van financiële redenen.
Na zijn tentoonstelling in galerie Gabbro stelt Goethals een jaar later een tweede keer tentoon, ditmaal in Zeno X te Antwerpen, de galerie van Frank Demaegd. Demaegd bezocht de kunstenaar op aanraden van Patrick Van Caeckenbergh, met wie de galeriehouder reeds een samenwerking op het oog had. Nadien zal Goethals tot eind 1990 nog driemaal tentoonstellen in Zeno X. Van Caeckenbergh is tot op heden nog steeds verbonden aan de Antwerpse galerie.
De brief van Patrick Van Caeckenbergh aan Marc Goethals betekent het begin van een merkwaardige, kortstondige correspondentie tussen beide buurmannen. In de daaropvolgende periode reageert de ene op het antwoord van de andere, waarbij de bijdragen allerlei vormen aannemen. Van deze briefwisseling zijn nog een tweetal bijdragen van Van Caeckenbergh bewaard. De reacties van Goethals zijn helaas verloren gegaan. Beide kunstenaars zijn nog altijd met elkaar bevriend.
Met dank aan: Marc Goethals, Inge Ketelers, Patrick Van Caeckenbergh, Noel Cornelis, An Jonckheere, Frank Demaegd, Nina Hendrickx, Koen Brams en Simon Delobel.